Vaak gaat een gedachte als een squashbal heen en weer. De koepel van mijn hoofd weerkaatst die keer op keer En waar de kronkel gaat, krast hij een scherpe lijn Blijf nou toch eens hangen, blijf waar je moet zijn. Het kost me grote moeite een gedachte vast te pinnen Ik volg de lijn terug en probeer me te bezinnen Op waar het ooit begon en waar ik eerst aan dacht. En heb ik het gevonden dan krast een nieuwe lijn met kracht De helderheid weer weg tot ik mij concentreer. Ik weet het vrijwel zeker: dit lukt me ooit een keer.