Wie wij zijn

Wij zijn

Wie wij zijn 

Omdat jij er bent

Omdat jij er bent

Zijn wij 

Wie wij zijn

Hadden we je niet gekend

Dan waren we er niet

Zoals we er nu zijn.

Cowboy Jan

Vandaag rijdt cowboy Jan

Met zijn koeien mee

Hij rijdt over de prairie

Naar Tennessee oh jee

En als de avond valt

Houdt hij zijn ogen open

En spoort zijn koeien aan

Om verder door te lopen.

Refrein:

Een cowboy rijdt de nachten door

Hij is gevaar twee stappen telkens voor

Een cowboy is een stille held

Hij rust niet uit voor zijn koeien zijn geteld. 

En lig ik al in bed

Te snurken op één oor

Dan trekt de karavaan

Van koeien nog steeds door

En staan ze straks op stal

Gaat Jan nog niet naar bed

Hij geeft ze nog te eten

En heeft koffie opgezet

Refrein

Een cowboy is niet bang

Voor wat er komen gaat

Hij rijdt over de prairie

Op zijn cowboypaard

En zijn de nachten lang

Zingt hij een droevig lied

Dat hij zijn koeien mist

Maar huilen zal hij niet.

Refrein

Een cowboy rijdt de nachten door

Hij is gevaar twee stappen telkens voor

Een cowboy is een stille held

Hij rust niet uit voor zijn koeien zijn geteld.

Grenzen

Mijn haargrens ebt

Vroeger had ik haar in overvloed

Gelukkig heeft mij hoop behept

En houd ik goede moed.

Zondagochtend

Ik lig onder de dekens

Samen met mijn vrouw

Mijn benen zijn een tent

Mijn buik dat is een bank

Ik lees mijn jongste voor

Mijn zoontje die kampeert

De zondagochtend door

Mijn dochter schiet een kogel

Tegen mijn linker oor

De camping die verdwijnt

In een woeste zee

Het voorleesuur is over

Een piraat die neemt ons mee

De zondagochtend door.

Vaker

Laat mij vaker rijzen dan ik val

Laat mij vaker bouwen dat ik breek

Laat mij vaker zwijgen dan ik spreek

Laat mij vaker zijn 

Vaker dan ik wil

Maak mij vaker stil

Maak mijn hart wat groter dan het is

Maak mijn ogen zachter dan ze zijn

Maak mijn handen helers van de pijn

Maak mij meer mijzelf

Vaker dan ik wil

Laat mij vaker stil. 

Wonderen

Wonderen zijn onzichtbaar

Verlegen bovenal 

Je moet er tijd voor nemen

Dan zie je duizendtal.

Laatst zag ik een wonder

Toen ik naar de wolken keek

Ik moest er erg om lachen

Omdat het sprekend op jou leek.

Wonderen zijn onzichtbaar

Ze reflecteren in het licht

Je ziet slechts hun contouren

Als een wonder zich verricht

Laatst zag ik een wonder

Zich verstoppen in het gras

Ik moest er erg om lachen 

Omdat ik dacht dat jij het was

Wonderen zijn onzichtbaar

Ongrijpbaar bovendien

Je zult ze niet geloven

Totdat je ze hebt gezien

Laat zag ik een wonder

Iets aardigs doen voor mij

Ik moest er erg om lachen

Want wie ik zag was jij. 

Werkwoordsvervoeging van deze tijd

Ik doe maar wat

Jij doet maar wat

Hij doet maar wat

Wij doen maar wat

Jullie doen maar wat

Zij doen maar wat

Poepvogeltje

Boven in de boom zat een vogeltje te poepen 

Hij poepte naar benee op de hoed van een meneer

Wat klinkt dat grappig dacht dat vogeltje verlegen

Weet je wat ik doe het nog een keer

Boven op de hoed zat een vogeltje te poepen

Hij poepte naar benee op de neus van de meneer

Wat klinkt dat grappig dacht dat vogeltje verlegen

Weetje wat ik doe het nog een keer

Boven op de neus zat een vogeltje te poepen

Hij poepte naar benee op de lip van de meneer

Wat klinkt dat grappig dacht het vogeltje verlegen

Weet je wat ik doe het nog een keer

Boven op de lip zat een vogeltje te poepen

Hap, zei de meneer, dat doe je nu nooit meer!

Sorry

Soms ben ik net een donderwolk

En bots met alles om me heen

Dan flits ik fel en maak me groot

O, laat me dan maar heel alleen

Ik raas wel uit en waai dan weg

En ben ik dan weer kalm en stil

Dan kun je rustig vragen: kom,

Wat is er dat je zeggen wil?

Sorry, hoogst waarschijnlijk 

Raadzaam

Luister, de nacht

Fluistert onzin in.

Wil je goede raad?

Kom dan overdag,

Die heeft veel meer zin!

Luikje in mijn hoofd

Als je naar me kijkt

Dan zie je’t misschien niet 

Mijn ogen die zijn droog

Maar binnen huil ik van verdriet 

Had ik maar een luikje 

Een luikje in mijn hoofd

Dat open kon voor jou

Zodat je mij gelooft

Zodat je alle wolken

Die binnen in mij zweven

Met je warme adem

Wegwaait uit mijn leven. 

Kind aan huis

Ik logeerde bij mijn ouders,

Ik was er kind aan huis,

Samen met mijn lief.

Haar hoofd lag op mijn schouders

Haar lijf lag langs mijn zij

Ik had een goede jeugd

Maar nooit was ik zo blij

Als daar op dat moment

Ik hoorde kinderstemmen

Uit de kamer waar ik sliep

Mijn moeder die werd wakker

Omdat mijn oudste oma riep.

En oma die moest komen

En terwijl ze naar hen liep

Kon ik mijn ogen sluiten

Het was weekend

Het was dag

Ik was binnen

De wereld buiten. 

Egeltje

Egeltje wat ben je toch verlegen,

Er liggen duizend blaadjes op je kop.

Je ritselt ‘s avonds zachtjes door de tuin

En als je iemand ziet zet je al je stekels op.

Finish

Ik weet niet waar de finish is

Hoe lang ik nog mag gaan

Ik rende al een marathon

Tik 43 aan.

En onderweg verleg ik steeds

De grenzen van mijn leven

En sinds ik ben met jou

Lijkt mijn rennen wel op zweven

Ik weet niet waar de finish is

En dat maakt me ook niet uit! 

Voor op een tegeltje

Wat je denkt, daar kun je niets aan doen. 

Wat je doet, denk daar meer over na.

Geen bah of bui

Waarom zegt een spook niet bah of bui?

Waarom zegt een spook alleen maar boe?

Is een spook misschien soms veel te lui?

Of lijkt een spook graag op een koe?

En waarom maken koeien ons niet bang?

Roepen zij voor niets soms boe?

Weet jij het antwoord op die vraag?

Dan hoor ik graag het wat en hoe!

Mijn kleine zus

Mijn kleine zus 

Weet niet 

Wat boven is

Of wat benee

Ze haalt die twee

Steeds door elkaar.

En als ze zegt

Het licht moet uit

Dan moet het 

Juist weer aan

Mijn kleine zus

Is wel wat raar

Naar buiten is

Naar binnen toe

En beginnen 

Dat is klaar.

Gelukkig weet

Ze wel dat ze 

M’n zusje is

Ze vindt me lief

In plaats van stom

En ik weet het 

zeker want:

Die twee haalt ze

Nooit door elkaar!

Moderne Communicatie Problemen

Dit appje heeft totaal geen zin

Omdat je het pas lezen gaat

Als je thuis komt en weer ziet

Dat je het weer liggen liet

Dat is wat ik je zeggen wou:

Je mobieltje ligt nog thuis

Enfin, dat zie jezelf nu ook wel in. 

De weg

Geloof mij niet

Geloof niet wat ik zeg

Geloof alleen het goede

Geloof alleen de weg

Kijk maar naar mijn stappen

Volg niet waar ik ga

Kies je eigen pad

Loop je idealen achterna

En kom je mij dan tegen

Dan ontmoet ik je er graag

Ik heb niet altijd antwoord

Maar wel tijd voor elke vraag.

Opstaan

Ik rek de kreukels uit mijn lijf

En knijp mijn ogen nog eens fijn 

Ik strijk de plooien uit de nacht

En probeer wat wakkerder te zijn.

Ik grijp vergeefs nog naar een droom

Die terugglijdt naar de nacht

Ik krom mijn rug en groet de dag

Die schoorvoetend op mij wacht. 

Dagen

Het is ochtend

Het is middag

Het is avond

Een dag is weer voorbij.

Ik kan lachen 

Ik kan huilen

Ik kan boos zijn

Ik voel mij levensvrij.

Er is niets nog

Dat mij hindert

Behalve angst

Voor wat ik nog niet ken

Maar ik laat me

Nooit meer stoppen

Ik mag er zijn

Ik ben nu wie ik ben.

Renault Grand Scenic

Mijn auto ging kapot

Of om precies te zijn:

De rechter voorveer sprong

De ruitenwisser hield er plots mee op

(Het regende)

De remmen waren doorgesleten

De blower blies niet meer

De motor van het raam

Hield het raam niet meer omhoog

De accu was plots leeg

(Oke, dat was mijn vrouw)

((Echt waar!!))

En toen ik de auto wegbracht

Naar de garage voor iets kleins

Kostte dat toch duizend euro

Mijn auto ging kapot

En werd telkens weer gemaakt

Nu durf ik hem niet weg te doen

Je investeert er toch wel in

Er komt vast nog wel een dag

Dat die moeite heeft geloond!

En als die dag dan komt

Dan rijd ik nooit meer in

Een Renault Grand Scenic.

Teruggetrokken leven

Terwijl de lijn zich vult met haat

Of ongenoegen, net zo erg 

Trek ik mij terug op wit papier

Niet de stroom van alle anderen

Maar mijn eigen hersenspinsels hier.

En ben ik moe van mijn gedachten

Dan sluit ik hier de boel

Er is niemand die mij lezen moet

Ik schrijf voor mijn gevoel. 

Sterkte

Als de banden van mijn lijf uiteengevallen zijn 

Omdat ik knap van puur verdriet en rauwe pijn

Wens me dan geen sterkte maar raap weer bijeen

Kom wat dichterbij en sla je armen om me heen

En maak me daarmee sterker, sterker dan ik was. 

Samen smelten

Soms wil ik dat we ijsjes zijn

En samen zitten in de zon

Dan smelt ik samen zo met jou

En word ik vran en jij mijn mouw

Dromen

Als dood zijn altijd slapen is

Ga je dan ook dromen?

Wil je als dood bent 

Dan dromen over mij?

Dan droom ik over jou

En kom ik in mijn dromen

Een stapje dichterbij. 

Op de Uithof tussen twaalf en twee

Langs de lanen van de plaatsen

Waar men wijsheid ooit verzon

Reist het licht in groepjes rond

In gedachten diep verzonken

Met een broodje in de hand

Om naar lunchtijd op te lossen

In paleizen van beton. 

Zij

Zij hangt een hangmat op

En maakt vakantie.

De bomen ruisen als de zee

Zij vraagt aan mij:

Kom bij me liggen

Er is hier plek voor twee. 

Ik kijk haar aan,

Stap bij haar in

En wieg zachtjes met haar mee.

Vlak voor het slapen gaan

Vlak voren het slapen gaan

Als de benen niet meer rennen

De armen niet meer klimmen

De haren niet meer springen

En hun gedachtenvloed 

Geen storm meer is

Maar een stukje Middelandse Zee

Worden vragen uit hun hoofden

Het veilig donker ingeslingerd. 

Die weerkaatsen in mijn oren

Terwijl ik zoek naar juiste woorden. 

En heb ik die gevonden

Dan slaapt er al weer een. 

Welterusten, goedenavond

Het is goed zo

Morgen laat ik mij verrassen

Wat er dan weer komen gaat

Als ik weer aandachtig luister

In de seconde van een droom. 

Halverwege de vakantie

Halverwege de vakantie

Komt het hoge woord er uit

Wat ze allemaal geleerd heeft

Verkondigt ze nu luid

Dat een kikker eerst nog dril is

En dat vijf min vier is een

Dat je steeds weer moet proberen

Ook al lukt het niet meteen. 

Dat je samen kunt gaan spelen

Hoe je netjes vragen moet

Hoe je ruzies op kunt lossen

En wat eb is en wat vloed.

Ik ben weer hoogst verbaasd

Wat ze toch heeft opgekropt

En aan kennis die eruit komt

En dat het allemaal ook klopt. 

En ik besef ook met een schokje

Dat ik niet zo trekken moet

Want met die ontwikkeling van haar

Komt het elk jaar steeds weer goed. 

Druppel

Ik ben een druppel op een gloeiende plaat.

Kom val met mij, kom val met mij.

Samen zijn we een glansende zee.

Kom val met mij kom val met mij. 

Ik ben een druppel op een gloeiende plaat.

Kom glans met mij, kom glans met mij.

Samen maken we dromen echt waar.

Kom glans met mij, kom glans met mij. 

Ik ben een druppel op een gloeiende plaat.

Kom droom met mij, kom droom met mij.

Samen zijn we een gemeente van God.

Kom droom met mij, kom droom met mij. 

Groei

Help mij groeien

Ga niet op mijn staan

Trek niet aan me

En kom nergens aan

Ik probeer te aarden 

En ik zoek houvast

Ik plant wat helmgras

Wees mij niet tot last

Er zijn paden en wegen

Die je mag mag betreden

Maar ook prikkeldraad

Waarop geschreven staat:

Ik ben een kwetsbaar duingebied.

Opnieuw

Ik zou zo graag opnieuw willen beginnen

Geen beelden in mijn hoofd van hoe jij bent

Dat als ik naar jou kijk, ik je gezicht zie

Geen hokjes, want jij bent mij niet bekend. 

Ik zou zo graag opnieuw willen beginnen

Een goed gesprek, geen oordeel en oprecht.

Met vragen die een kind je had gesteld

En dat ik dan ook luister wat je zegt. 

Ik zou zo graag opnieuw willen beginnen.

Je volgen, dat ik weet wat je beweegt.

Jou in mij misschien kunnen herkennen

Hoe zorg ik wat mij tegenhoudt verveegt? 

Ik zou zo graag opnieuw willen beginnen.

Niet dat ik mij verlies in wat je doet

Maar dat ik mij hervind en beter weet 

Hoe ik een mens kan zijn en leven moet. 

Ballonnen

Ik trek lijntjes in de lucht tussen duizend luchtballonnen

En ik vraag me hard op af wat het toeval heeft verzonnen. 

Welke beelden aan de hemel in 3D zullen ontstaan 

Terwijl ik langzaam in de file weer verander van een baan. 

Ik ben Leusden al voorbij en zie het bord van afslag acht

En zwaai naar de ballonnen die verdwijnen in de nacht. 

Blaat

Al ben je boos, al ben je blij,

Een schaap graast rustig in de wei.

Tenen

Ik heb een hele grote teen aan mijn linker been

Ik heb een hele grote teen aan mijn rechter been 

Ik heb twee hele grote tenen aan mijn beide benen

Heb jij ook die tenen aan je beide benen?

Ezelsbruggetje voor kleuters

Snuiven is de snot naar binnen

Snuiten is de snot naar buiten

Kak

Als kakkerlakken kakken,

kakken kakkerlakken 

kakkerlakkenkak.

Kakkerlakken kakken

op hun gemak 

op hun kakkerlakgemak.

Hier en daar

Hier is hier

Daar is daar

Maar als ik in het midden sta?

En jullie roepen hier of daar

Waar moet ik dan heen?

Daar is waar je niet bent.

Hier reist met je mee

Waar hier omslaat in daar

Daar ben ik niet.

Waar daar omslaat in hier

Daar kun je me vinden. 

Mijn zoon

Ik had vannacht mijn zoon op schoot

Omdat hij niet kon slapen

Net Nu ik naar Netflix keek,

Die heb ik gepauzeerd,

Ik voelde goed zijn lijf op mij

De warmte van zijn adem

Vlak voor hij zijn ogen sloot.

Ik bracht hem weer naar boven toe

Zijn hakken in mijn zij gedrukt

Zijn armen om mijn nek

Mijn armen om zijn onderrug

En in een droom zei hij

Ik wil nog niet naar boven gaan

Ik ben nog lang niet moe

De kat van de buren

De kat van de buren heeft een duif gepakt 

Oh wat een boef 

De duif die heeft geen veren meer 

Hij zei alleen maar poef

Wie plakt weer veren op dat beest

Want zonder vliegt zo stroef

Oef

Volg het kloppen van je hart

Volg het kloppen van je hart

Om de wereld in te gaan

Maak een nieuw begin, 

Maak een nieuwe start.

Zet mijn voeten op het pad

Maak mijn armen machtig sterk

Voor het werk dat ik moet doen

Maar niet eerder kracht voor had. 

Geef mijn geest het levenslicht

Leg mijn ziel voorzichtig bloot

Dat ik zie waar ik moet gaan

Maak mijn wil op u gericht.

Maak mij mens met oog voor hen

Die ik helpen kan vandaag

Bind mijn lijf en geest te saam

Laat mij worden wie ik ben. 

Overwin met mij mijn schroom

Die mij tegenhoudt te zijn

In het donkerst van de nacht

Om te zijn waar ik van droom. 

Inspireer mij, vuur mij aan

Om een voorbeeld zelf te zijn

Die de weg wijst in de nacht

En een ander voor kan gaan. 

Woorden

Mijn zoontje vraagt mij woorden als hij luistert naar mijn stem

Die hem voorleest uit de boeken die ik eerder gaf aan hem

Wat betekent en wat is, vraagt hij telkens weer aan mij.

En meestal kan mijn hoofd er met zijn logica wel bij. 

Want wat wal is en wat kant, kade is en trossen los

Wat schepping is en nacht, wat bomen zijn en bos

Daar draait mijn hoofd zijn hand zich niet zo snel voor om.

Dan voel ik mij als man gelukkig niet zo dom

Maar moeite kost het mij om uit te leggen wat 

Een God is en heelal wat leven is en dood

Die vind ik voor mijn hoofd ook veel en veel te groot. 

Dan stamel ik en stotter: dat ik't ook allemaal niet weet

Mijn zoontje vind het prima als hij zijn vraag alweer vergeet. 

Voor mijn lief

Heb jij de zon soms opgelaten

Aan een touwtje in mijn hart?

En waarom stop je vlinders

In een kooitje in mijn buik?

En heb je nog de bonnetjes

Van het geluk voor mij te zien?

En waar koop je de sleutels

Voor mijn opgewonden hoofd?

Ik weet niet hoe je t'doet 

Maar 't voelt verdomde goed. 

Nabijheid

Sta bij mij.

Sta mij bij.

Sta bij mij.

Online leven

Je likes staan nog online

Je posts en je berichten

Je tijdlijn is gestopt

Voor jou geen vergezichten.

Wie haalt je straks offline

Of blijf je hier voor altijd

Zichtbaar maar zo stil

Terwijl de tijd verglijd? 

Donkere kamer

Ik zit in het donker

En ik hou mijn ogen dicht

Ik ben bang voor wat ik zien zal

Want ik sta niet in het licht.

Ik zit al tijden zonder iemand

Mijn gedachten gaan niet goed

Ik vergeet nog wat geluk is

En hoe je hopen moet.

Doe mijn ogen langzaam open

En ik zie de duisternis

Ik wist het in mijn hoofd wel

Dat ik daglicht te erg mis. 

Als ik ben gewend

Zie ik wat er nog wel is.

Wat ik niet had durven hopen

Glimpen in de duisternis

Het zijn de randen van de wereld

Die afgetekend staan.

Het zwart wordt langzaam grijs

En mijn hart gaat kloppend aan. 

Het donker maakt het licht

Anders dan voorheen

Ik moet nog meer mijn best doen

Dan toen de zon me nog bescheen. 

Ik zit in een kamer

Die donker is en zwart

Ik kijk wel met mijn ogen 

Maar zie meer met mijn hart.